informatie



Artikel 1382 Burgerlijk wetboek

Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.

Er zijn drie criteria verbonden aan deze regel, namelijk :


    - de schade moet bewezen zijn;

    - de fout van diegene die de schade heeft toegebracht moet bewezen zijn;

    - en er moet een oorzakelijk verband bestaan tussen die schade en de fout.


De moeilijkheid ligt nu in het feit dat het slachtoffer instaat voor het aanbrengen van de vereiste bewijzen. Kan hij dat niet, dan zal er geen schadeloosstelling volgen.


Dit heeft tot gevolg dat soms veel tijd overgaat, ingevolge bijvoorbeeld het opvragen van het strafdossier of ingevolge lange gerechtelijke procedures, vooraleer het slachtoffer vergoed kan worden.


De discussies kunnen dus in de drie aangehaalde situaties ontstaan, zijnde :


    - rond de bepaling van de schade (hoe groot is de schade en dus de vergoeding?);

    - rond de aansprakelijkheid (wie heeft de fout begaan?);

    - rond het oorzakelijk verband (staat de fout in verband met de schade?).


Om in bepaalde gevallen deze ongemakken te vermijden, hebben de verzekeraars afspraken gemaakt waardoor slachtoffers een schaderegeling en een snellere vergoeding kunnen verwachten:


   -  RDR-overeenkomst (overeenkomst tussen verzekeringsmaatschappijen waarbij onder beschreven omstandigheden de     schade door de eigen BA-verzekeraar wordt uitbetaald)

    - expertise-overeenkomst (overeenkomst tussen verzekeringsmaatschappijen waarbij de expert wordt aangesteld door de eigen BA-verzekeraar)

    - overeenkomst Onschuldige Slachtoffers

    - Aanrijding door Voertuigen

    - conventie Auto / BA Uitbating

    - Verbintenisverklaring kettingbotsingen

    - artikel 29bis van de Wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen

    (automatische vergoedingsplicht ten voordele van de zwakke weggebruikers voor wat betreft de lichamelijke schade)